Woensdag voor Pasen

Op de dinsdag voor Pasen was Jezus veel aan het leren in de tempel, en s´nachts ging hij uit en bracht de nacht door op de Olijfberg. s´Ochtends vroeg kwam het volk naar de tempel toe om naar Jezus te luisteren en onderwezen te worden door Jezus. Tijdens dat de discipelen het Pesach met Jezus aan het houden waren, beraadden de hogepriesters in het paleis van hogepriester Kajefas een plan om Jezus gevangen te nemen en te doden. Ze moesten het doen op een moment dat het volk er niet was, dus niet op het feest, want anders zou het volk in opstand komen.Op dat moment was Jezus in Betanie in het huis van Simon en hield daar het Pesach met de discipelen. Toen kwam er een vrouw binnen en goot een flesje met dure olie over de voeten van Jezus heen en de discipelen zeiden: ´wat een verspilling! Dat flesje had duur verkocht kunnen worden en het geld was voor de armen geweest´ Jezus sprak hen hier op aan en zei: verwijt deze vrouw het niet zij bereidt mijn lichaam voorop het graf. Na Jezus dat gezegd had liep Judas Iskariot weg naar de hogepriesters en vroeg hoeveel zilverstukken hij kreeg voor het verraden van Jezus. Hij kreeg daarvoor 30 zilverstukken van de hogepriesters. En Judas Iskariot ging opzoek naar een goede gelegenheid om Jezus aan de Hogepriesters over te leveren. Zodat de hogepriesters hem gevangen konden nemen en ter dood konden veroordelen.